Elke avond rond 19 uur voltrekt zich een intiem en vertrouwd ritueel op onze zolder. De zolderkamer is het domein van onze dochter van vijf jaar. Daar maakt zij een val van touwen voor reuzen en monsters, daar houdt ze theepartijtjes met vriendinnetjes en knuffels. In haar kasteel, bos (of wat haar kamertje op dat moment dan ook is), is ze wie ze maar wil, prinses, tijger of brandweervrouw.
Daar, tussen de pluchebeesten, blokken en kleren installeren we ons samen op een stoel, de kleinste bij de grootste op schoot, met een discolamp en nachtlampje aan. Dan begint het grote avontuur.

De afgelopen paar weken was dat het avontuur van Ronja de Roversdochter (geschreven door Astrid Lindgren). Samen proberen we zo lang mogelijk te rekken, om het maar zolang mogelijk te laten duren, maar tegelijk willen we alles achter elkaar lezen. De eeuwige spagaat van het lezen.
Na de eerste helft van het hoofdstuk volgt de laatste plasronde en het wapperen van de dekens; daarna vertel ik verder terwijl Mila in bed ligt met haar 15 knuffels om haar heen geïnstalleerd.

Het is de kers op de taart voor mij, die tijd samen. Een herkenbaar ritueel voor velen, denk ik. Ook u bent vast voorgelezen toen u klein was. Weet u nog, hoe u dat vond? Ik weet het nog goed, zoals ik Mila voorgelezen zie worden door mijzelf, herken mijzelf en mijn moeder.

Het was altijd een mengeling van magie en spanning, zo samen in het donker, veilig in je bed, terwijl je in een andere tijd in een ander land draken versloeg en danste met aardmannen.

Het voorlezen heeft mijn fantasie enorm gevoed en mij opengesteld voor een werkelijkheid die niet te zien was, maar die ik wel in mij meedroeg. Daarmee werden die werelden voor mij mogelijkheden die zich konden voordoen. Ik was dan ook alert op de aanwezigheid van kabouters, feeën en spoken, want wie weet…

Ik heb sterk het vermoeden dat mijn geloof daardoor gevoed werd en vorm heeft gekregen, want die fantasie maakte het voor mij gemakkelijker om de idee toe te laten dat er zoiets bestond als een kracht die je misschien niet kon zien, maar wel kon ontdekken en ervaren in de werkelijkheid hier en nu.

Nu ik volwassen ben, en mijn kinderen voorlees, lees ik stiekem ook een beetje mezelf voor. Ik beleef weer dat avontuur van Ronja, een boek dat mijn moeder mij als klein meisje voorlas. Dus ik ben niet alleen voorlezer, ik ben ook meelezer. Het wekte in mij weer het verlangen naar voorgelezen worden. Tot mijn grote opluchting leven we in een tijd dat er verschillende manieren zijn om voorgelezen te worden. Podcasts via muziekprogramma’s op internet of luisterboeken via de website van de bibliotheek, waar we natuurlijk lid van zijn.

Sinds kort heb ik het hardlopen weer opgepakt. Dat halfuur hardlopen is mijn stiltetijd, mijn tijd van mijn gedachten de vrije loop laten, niets moeten en voor mijzelf zorgen. En terwijl mijn collega hardlopers de muziek uit de oordopjes hebben tetteren, luister ik naar een boek. Als een soort geheim, want mensen zien mij voorbijgaan, maar eigenlijk ben ik daar niet. Mijn benen doen het werk, maar mijn hoofd is ver weg, in een andere tijd en een ander land. In mijn oren klinkt geen muziek, maar de stem van Kevin Valgaeren.
Ik zou er bijna nog een rondje voor doorhollen, om het maar zo lang mogelijk te laten duren.