‘Je bent mooi, niet mooier, je bent anders, mooi”, zingt Herman van Veen zo prachtig. Zo bezien is elk verschil tussen mensen een sieraad; we zijn allemaal mooi, steeds op een andere manier. Toch is het niet zo eenvoudig om je ook vaak anders te voelen. Dat anders voelen, is voor mij een bekend gevoel.
Al sinds ik me kan herinneren, heb ik de sensatie niet van deze planeet te komen. Als kind kon ik niet begrijpen waarom er zoveel lelijks in de wereld bestond: het doodknuppelen van zeehondjes, het verdwijnen van het regenwoud, de natuur die door ons mensen naar de knoppen ging, het gat in de ozonlaag, oorlogen waarin mensen elkaar dood maakten of verminkten. Het raakte me diep (en nog), ik lag nachtenlang wakker met het verzinnen van oplossingen.
Maar ook dichterbij huis begreep ik weinig van anderen: kinderen op school die pestten of anderen uitlachten. Ik probeerde het dan beter te maken: ik kwam op voor de kinderen die gepest werden en probeerde met gepeste en pester in gesprek te gaan, te bemiddelen. Maar als je 7 of 8 bent, wordt dat niet begrepen en niet goed ontvangen. Niet door leeftijdsgenootjes, maar ook niet door volwassenen.
Toen ik ouder werd vond ik het lastig aansluiting te vinden bij anderen. Ik werd snel raar gevonden door mijn kledingkeuze, door mijn gedrag. Ik voelde me niet snel op mijn gemak en ben dan ook heel blij dat ik mijn middelbare schooltijd nooit meer hoef over te doen. Het was voor mij meer overleven dan leven.
Feestjes waren (en zijn) niet aan mij besteed. Bij binnenkomst had ik vaak snel in de gaten wat de verhoudingen waren tussen de gasten, waar er spanning heerste, waar er ruzie was, met wie het niet goed ging. Allemaal informatie waar ik niet op zat te wachten, maar waarvoor ik me wel verplicht voelde er aandacht aan te geven. Het was alsof er een actief beroep op me werd gedaan, ook al was dat niet zo. Wat was het dan wel? Empathie? Loyaliteitsgevoel? Had ik maar een uurtarief gerekend voor al die hulpverleningsgesprekken, denk ik wel eens, dan was ik nu rijk.
Ook de gespreksonderwerpen op feestjes konden me gestolen worden. Vakanties, huisdieren, kwaaltjes, familieverhoudingen, roddels, politiek en opschepperige verhalen over hoe duur het net gekochte huis of auto wel niet was. Typische onderwerpen voor een feestje, niet te diepzinnig, lekker weg te kletsen.
Hoewel dit voor veel mensen pure gezelligheid is, is het voor mij een kwelling. Ik houd niet van geklets, ik houd wel van een goed gesprek, over het leven, over wie je als mens ten diepste bent of wilt zijn. Overigens interesseert het me eerlijk gezegd echt geen fluit wat de kennis van de nicht van je buurman heeft gedaan met vakantie in een ver en duur land. Van menig feestje ben ik met tranen in mijn ogen weggegaan, mezelf afvragend wat er toch mis is met mij dat ik dat niet leuk vind.
Sinds ik moeder ben van dat mooie, lieve en gevoelige meisje van me, dat zo ontzettend op mij lijkt in bijna alle opzichten, ben ik een zoektocht begonnen. Niet zozeer voor mij, maar voor haar. Ze is net 4 jaar en volop bezig met lezen en rekenen. Haar gevoeligheid voor sfeer, geluid, emoties van anderen en de veel te volwassen vragen die ze stelt, hebben me op het spoor gezet van hooggevoeligheid en hoogbegaafdheid. De herkenning was groot, zeg maar 9,8 op een schaal van 0-10.
Ik wil haar beschermen merk ik, voor wat er nog kan gaan komen. Vooruit lopen in je ontwikkeling betekent ook anders zijn, en dus loop je het risico om vreemd gevonden te worden, er niet bij te horen. Tijdens de zoektocht voor haar kwam ik ook mezelf weer tegen als klein meisje en er viel een kwartje. Zou het misschien eventueel mogelijk kunnen zijn dat dit ook voor mij zou kunnen gelden, een heel erg klein beetje..?
Ja. De herkenning was ook voor mijzelf net zo groot als voor haar. Helaas zou ik bijna zeggen. Eén van de meest vervelende en pretentieuze termen zou wel eens op mij van toepassing kunnen zijn. ‘Hoogbegaafdheid’: ieuw en gestie.
Het roept bij mij het beeld op van betweterige wijsneuzen met dikke brillenglazen die alles beter weten en je om de haverklap corrigeren en er prat op gaan hoe slim ze wel niet zijn. Ik voel me helemaal niet slim. Sterker nog, ik voel me regelmatig dom, naïef, overgevoelig en vooral anders. En ik ben er zo moe van, dat anders zijn.
Toch levert de zoektocht me veel op. Nu ik me er meer in verdiept heb besef ik dat het niet gaat over slim of dom zijn, maar over anders bedraad zijn. Mijn hersens zitten gewoon anders in elkaar, ik verwerk alle prikkels gewoon anders en intens. Ik ben dan ook naarstig op zoek naar een andere term voor deze bedrading. Mocht je tips hebben of ideeën: graag! Een mogelijke vervanging kan de term ‘Rainforest Mind’ zijn, van Paula Prober.
Het voelt als een coming out. “Ik ben hoogbegaafd…denk ik”. Het voelt nog niet helemaal lekker, ik vind het nog steeds een rare bijsmaak geven als ik het uitspreek, wat ik dus ook zelden doe. Ik ben veel te bang om dat schrikbeeld wat ik zelf had, bij een ander op te roepen.
Bij een paar mensen heb ik het nog maar durven vertellen wat mijn vermoeden is, met een lange introductie en omlijst met excuses om het maar kleiner te maken. Toch helpt het me, de herkenning die ik erin vind. De herkenning ook in anderen die daar ook mee bezig zijn. Ik ben niet gek, niet meer de enige, ik hoor ook gewoon bij een groep! Misschien is er toch nog wel een plek voor mij op deze planeet.
Nog een voordeel van deze ontdekkingstocht: ik vind mezelf steeds leuker, gewoon, om hoe ik in elkaar zit. Steeds minder heb ik de behoefte om me aan te passen zoals ik altijd gedaan heb, om maar aardig gevonden te worden en niet raar of anders. Laat mij maar gewoon anders zijn.
Serieus, met weinig zelfspot. Snel verveeld en geïnteresseerd in de diepere gesprekken. Mijn hobby’s zijn nadenken, lezen, fantaseren en me laten raken door kunst, films, muziek en de mensen om me heen. Ik analyseer en filosofeer graag en leg snel verbanden. Ik houd niet van sleur en heb een diep gevoelsleven. Ik houd van mijn vrienden en familie en heb veel tijd voor mijzelf nodig. Ik ben een betrokken moeder, maar er bestaat meer in mijn leven dan dat.
Hopelijk kan ik een inspiratie zijn voor mijn dochter haar leren dat ze van grote waarde is, hoe anders ze ook is of wil worden.
Geef een antwoord